Werkvelden

Ontwerpend Onderzoek

Naast de ontwerp werkzaamheden wordt bij H+N+S relatief veel tijd besteed aan onderzoek. Jaarlijks wordt een substantieel budget beschikbaar gesteld voor onderzoek gerelateerde projecten. Het onderzoek wordt gedaan voor kennisontwikkeling op het bureau, veelal ten dienste van het ontwerp de projecten. In bepaalde gevallen zet H+N+S ook buiten de reguliere projecten om onderzoeksthema's op de agenda.

Inleiding

Vanuit academische hoek is al veel gezegd en geschreven over ontwerpend onderzoek. Wij zetten daar graag een overzicht vanuit de dagelijkse ontwerppraktijk tegenover, vanuit onze eigen ervaringen. Als we het hier over ‘onderzoek’ hebben gaat het om meer dan het vergaren van data en het klaarzetten van kenniscomponenten die nodig zijn voor een goed beargumenteerd ontwerp. Ontwerp en onderzoek hangen nauw samen en zijn steeds inniger vervlochten.

Onderzoekslaboratorium

Wij zien H+N+S als onderzoekslaboratorium, een plek waar ruimte is voor onderzoek, agendering van nieuwe thema’s en ruimte voor experiment, ook als er niet direct door een opdrachtgever om wordt gevraagd en er in een commerciële omgeving niet vanzelf tijd en ruimte is voor verdiepend onderzoek. In ons dagelijks werk is een aantal vormen te onderscheiden waarin ‘onderzoek’ een rol speelt. 

overzicht van enkele H+N+S publicaties

[1] Research feeds design

De meest voorkomende vorm van onderzoek in onze praktijk betreft het inzetten van: verzamelde kennis en inzichten uit eigen onderzoek en/of onderzoeksresultaten van derden, als input voor het ontwerp. Het gaat hierbij om het verzamelen van informatie en toegepaste kennis voor ontwerpwerkzaamheden. Gedegen onderzoek naar ondergrond, watersysteem, ecologie, historie, netwerken en occupatie vormt de fundering van het ontwerp. De nadruk op de systeemkant maakt het werk van H+N+S hierin bijzonder.

Resultaat

De onderzoeksresultaten worden in het ontwerp geïntegreerd. Om tot deze integratie te komen wordt de input van de omgeving, de opdrachtgever en de ontwerpende intuïtie gebruikt. In het eindproduct, het ontwerp, is het onderzoek meestal slechts impliciet aanwezig. Tussen onderzoek en ontwerp is bij 'research feeds design' sprake van een lineaire relatie, vanuit het onderzoek richting het ontwerp (en in de regel niet andersom).

Schets ontwikkeling Trintelzand - inpassingsvisie Houtribdijk variant maximaal

Werkwijze

Aan het begin van het ontwerpproces kiezen we de onderwerpen die relevant zijn voor het project, waar we de tijd voor analyse en onderzoek voor inzetten. Dit is een belangrijke stap in het ontwerpproces: hier diepen we de relevante informatie en ontwerpprincipes op. Deze keus wordt in de context van een commercieel bureau vrij snel, vaak op pragmatische gronden en intuïtief gemaakt, op basis van ‘expert judgement’. Dit expert judgement komt goeddeels voort uit kennis en inzicht opgebouwd in eerdere (onderzoeks)projecten.

Veel van de onderzoeksprojecten behoren tot een bepaalde thematiek in het oeuvre van het bureau waaraan al een aantal jaren consequent is gewerkt. In zo’n onderzoekslijn is sprake is van kennisontwikkeling en kennisstapeling. Dit geldt bijvoorbeeld voor de erfgoedprojecten waarin in de loop der jaren een bepaalde methodiek is ontwikkeld. Iets vergelijkbaars geldt voor de energie-projecten . Andere ‘lange onderzoekslijnen' binnen het bureau zijn gericht op de thema’s ecologie en waterveiligheid . Door in de projecten steeds voort te borduren op eerder opgedane onderzoeken is kennisontwikkeling en -opbouw binnen een commerciële omgeving toch mogelijk. Vaak wordt de kennisontwikkeling ook met dezelfde partners doorgezet, zoals met Buiting advies als het specifiek over natuurlijke bosontwikkeling gaat en met diverse ingenieursbureaus waar het bijvoorbeeld om het dimensioneren van het watersysteem gaat.

De bosontwikkeling bij de entree van het NMM Soesterberg

[2] Research meets design

Een eveneens veel voorkomende vorm in ons werk betreft een werkwijze, waarbij het eigen onderzoek (altijd met kennispartners) en het ontwerp gelijk oplopen op basis van gelijkwaardigheid in een interactief en iteratief proces. De onderzoekers van professionele partners zoals universiteiten als de TU Delft of de WUR, een kennisinstituut als Deltares of TNO, een adviesbureau als CE Delft of Probos worden gevoed door de ontwerpers, in aanpak, scope, enzovoorts, en andersom.

Dit is dus geen lineair proces zoals bij research feeds design, maar een cyclisch proces waarbij ‘onderzoek’ en ‘ontwerp’ elkaar wederzijds voeden en beïnvloeden. In het eindproduct zijn beide zaken in principe ook (meer) evenredig weerspiegeld. Het betreft vaak door onszelf of door de partners geïnitieerde projecten of prijsvragen, waarmee nieuwe thema’s worden verkend en/of geagendeerd. Dit wordt gedaan op bijvoorbeeld het gebied van waterveiligheid, zoals het onderzoek naar veiligheid en kwaliteit langs de Nederlandse kust in Atelier Kustkwaliteit, het IPDD-onderzoek (Integral Planning and Design in the Delta) en het BNA-onderzoek De adaptieve dijk . Voorbeelden uit de energie-lijn, gericht op de energietransitie, zijn het IABR-onderzoek Energetic Odyssey voor windmolens op de Noordzee, het onderzoek Biomassa als ontwerpopgave , of de winnende inzending voor de Eo Wijers prijsvraag S3H-BTK.

De dijk als onderdeel van het productie landschap (de Adaptieve Dijk)

In de commerciële omgeving van een bureau zijn dit soort projecten lastig te organiseren. Vaak moet door ons zelf actief een opdrachtgever/financier gezocht worden en moet gewerkt worden met gereduceerde tarieven. Andersom zijn dit soort projecten heel vormend en voeden ze de kennisontwikkeling binnen het bureau (als laboratorium) en kan deze kennis in andere projecten weer benut worden.

Inzending S3H-BTK voor de Eo-wijers competitie
In beide gevallen wordt vanuit een werkhypothese toegewerkt naar een concrete vertaling in beelden

Resultaat

Het onderzoek beïnvloedt het ontwerp, zoals ook bij research feeds design, maar het omgekeerde is in dit geval ook waar. Dit leidt idealiter tot kruisbestuiving. In de praktijk leidt het ook vaak tot (soms prettige, soms taaie) spraakverwarring als gevolg van de verschillende domeinen en culturen van de beide bloedgroepen ‘onderzoekers’ en ‘ontwerpers.… Daar moet je even doorheen, maar het loont!

Research meets design leidt in ons werk tot twee typen resultaten:

  1. Agenderen door het neerzetten van een visie voor de middellange termijn, bijv. in onze inzending S3H BTK voor de laatste Eo Wijers prijsvraag. Hierbij wordt door het team gekozen voor een mogelijke toekomst en wordt het ontwerp ingezet als manier om deze toekomst te verbeelden en de stappen hier naartoe uiteen te zetten.
  2. Agenderen door het uiteenzetten van mogelijke scenario’s voor de toekomst. Hierbij wordt het middel van een lange termijnvisie (bijv. 80-100 jaar vooruit) ingezet om de mogelijke toekomsten te schetsen en de keuzemomenten scherp te krijgen. Voorbeelden hiervan zijn de resultaten van Atelier Kustkwaliteit , IPDD en Energetic Odyssee.

Still uit animatie 2050: An Energetic Odyssey

Werkwijze

Onze rol als ontwerpers is in deze processen vaak tweeledig. Tijdens de kennis­uitwisseling, in workshops en ateliers zijn wij de tekenende en samenbrengende hand en trachten we door het optekenen van dat wat ingebracht wordt de opgaven, uitdagingen en mogelijkheden zo scherp mogelijk in beeld te krijgen. We zorgen er simpel gezegd voor dat er niet alleen eindeloos ‘gepraat of geschreven’ wordt, maar dat er - ook letterlijk- conclusies worden opgetekend. Daarnaast vertalen we dit naar toekomstbeelden en maken we de keuzes en keuzemomenten expliciet. Op deze wijze entameren we een discussie die bij het gebruik van enkel woorden niet gevoerd zou worden.

Door het maken van diverse scenario’s (wanneer het gaat om verkenningen van wat er aan krachten van buiten op het onderzoeksthema kan afkomen) of toekomstperspectieven (als ontwikkelingsrichtingen voor de in het onderzoek aangeroerde thema’s zelf) worden in dit type werk mogelijke toekomstige ontwikkelingen verkend. Zo komen keuzemomenten in beeld en kunnen strategieën worden uitgewerkt die afwijken van de autonome ontwikkeling.

Toekomstbeeld voor het scenario Stoom
Toekomstbeeld voor het scenario Rust

[3] Research by designers

De derde groep projecten betreft projecten die ook veelal door onszelf geïnitieerd of mede-geïnitieerd zijn, waarbij vervolgens een opdrachtgever is gezocht en we als ontwerpers zelf het onderzoek verrichten. Dit levert andere resultaten op dan wanneer een regulier onderzoeker dat zou doen.

We formuleren als ontwerpers zelf de onderzoeksvraag, gevoed vanuit een bepaalde fascinatie (of onvrede). Het gaat hier om nieuwe maatschappelijke thema’s die we relevant en interessant achten en waar in de reguliere ‘projecten-praktijk’ (nog) onvoldoende aandacht (en tijd) voor is, bijvoorbeeld op het gebied van ons historisch erfgoed.

Resultaat

In deze categorie is het eindproduct niet een ontwerp, maar vormen de onderzoeksresultaten zelf het eindproduct (met daarin weliswaar aanbevelingen en info opgenomen die in een ontwerp van nut kunnen zijn, bijvoorbeeld als ontwerpprincipes). De meeste onderzoeken leiden tot een publicatie in boekvorm en/of publicaties in vakbladen. Veel van deze onderzoeken zijn mede gefinancierd door het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie. Voorbeelden zijn:

Werkwijze

Het onderzoek is in principe systematisch en zo volledig mogelijk. Tegelijk lopen we binnen de context van een ontwerpbureau al snel aan tegen de grenzen van wat haalbaar is: uitgebreid wetenschappelijk onderzoek en goede vertaling daarvan in illustratieve beelden, kost heel veel tijd. In de universitaire wereld kan gewerkt worden met studenten, afstudeerders en promovendi om dit op te lossen. Bureaus hebben in dit opzicht een handicap. Vaak wordt daarom wel gewerkt met stagiairs om dat enigszins op te vangen.

Net als voor de research meets design-projecten geldt echter dat dit type projecten de kennisontwikkeling binnen het bureau voeden en de ontwerppraktijk verdiept. De opgedane kennis kan in andere projecten benut worden. Van de onderzoeksprojecten gaat gelukkig ook weer een acquirerende kracht uit ten faveure van de ‘normale’ ontwerpprojecten, wat het uiteindelijk commercieel interessant kan maken. Maar bovenal zijn onderzoeksprojecten gewoon bijzonder leuk en inspirerend om aan te werken.