sluis + waterlinie

Landschappelijke Inrichting Derde Sluiskolk en Verbreding Lekkanaal

De Prinses Beatrixsluis bij Nieuwegein is de grootste monumentale binnenvaartsluis van Nederland en ligt in het Lekkanaal, de belangrijkste rechtstreekse verbinding tussen de havens van Rotterdam en Amsterdam. Omdat steeds meer schepen het Lekkanaal gebruiken, dreigt de Prinses Beatrixsluis een knelpunt te worden. Daarom is besloten een derde sluiskolk aan te leggen en het kanaal te verbreden.

Met dit project verandert er veel aan het landschap rond de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) tussen het Amsterdam-Rijnkanaal en de Lek. Door de kanaalverbreding en dijkverlegging moeten namelijk een aantal objecten van de NHW worden verplaatst. Daarnaast heeft de aanleg van het gemeentelijk bedrijventerrein Het Klooster ook een grote impact op de omgeving.

Groter geheel

Er wordt ingespeeld op de landschappelijke kwaliteiten van het veenweidegebied en de inundatievelden van de NHW, door de lange lijnen, het waterrijke karakter en de openheid te accentueren. Daarnaast is er sprake van een zorgvuldige en consequente uitvoering van de verplaatsingsopgave van de monumentale objecten behorende bij de NHW.

De paden op en langs het kanaal en Lekdijk worden als één continue vloeiende lijn zonder knikken of sterk slingerende bewegingen uitgevoerd, deze wordt ook wel de ‘klare lijn’ genoemd.

We hanteren een tweedeling in het plangebied: de landschappelijke context van de Lekdijk met brede steunbermen aan de zuidkant en die van het Lekkanaal aan de noordkant. Het ‘schakelpunt’ of overgang tussen beide zit ter hoogte van de Prinses Beatrixsluis. Tegelijkertijd is het belangrijk om de samenhang voor de recreatieve routing op een eenduidige manier overeind te houden.

Samenhang en beleving NHW

Met de aanleg van het Lekkanaal en Prinses Beatrixsluis (geopend in 1938), moest de oorspronkelijke waterlinie al eens worden opgeschoven. Met de derde sluiskolk en kanaalverbreding dient deze opgave zich opnieuw aan. Ditmaal vanuit het cultuurhistorisch besef om dit stuk van de NHW niet verloren te laten gaan. De verschillende onderdelen van de NHW worden herkenbaar en beleefbaar gemaakt, met een nieuw krachtig dijkprofiel als route langs het kanaal dat refereert aan de oude liniedijk.

Historisch profiel van de liniedijk

In het noordelijke deel, aansluitend op de Plofsluis, ligt een stuk oorspronkelijke liniedijk dat niet verlegd hoeft te worden. De kwaliteit van dit stukje dijk laat echter te wensen over; de liniedijk was in de loop der tijd onherkenbaar geworden. Dit stukje liniedijk is als toegevoegd onderdeel van het project gereconstrueerd conform het historische profiel. Zo wordt de beleving van de NHW versterkt.

Accentueren knikpunt

Het knikpunt tussen historische dijk en nieuwe dijk accentueren we om de verbreding van het kanaal en de verschuiving van de liniedijk inzichtelijk te maken. Het historische profiel en het nieuwe profiel worden beide beëindigd met een keerwand van beton, zodat er een brede coupure ontstaat met uitzicht over het veenweidelandschap en aan de andere kant uitzicht over het verbrede kanaal. Hier is een recreatief rustpunt aangelegd met een XL-versie van de waterliniebank.

Dijkprofiel

Het profiel van de nieuwe liniedijk heeft een eenvoudige en robuuste vormgeving die wordt aangezet met een dubbele rij populieren. Het profiel is duidelijk anders vormgegeven dan de oude liniedijk, om verwarring en geschiedsvervalsing te voorkomen. Dit heldere profiel zetten we door langs het gehele Lekkanaal.

Sluiscomplex

De Beatrixsluis is een bijzonder bouwwerk en aangewezen als Rijksmonument. Met de bouw van een derde sluiskolk lag er een kans om ook het bestaande complex op te schonen van toevoegingen die afbreuk doen aan het oorspronkelijke karakter. In de tender was veel aandacht voor ruimtelijke kwaliteit waardoor het mogelijk was aanvullende maatregelen uit te voeren. Met de komst van een derde kolk was het voor de hand liggend om de bedienfunctie naar een nieuwe strategische locatie tussen de tweede en de derde kolk te verplaatsen. De bedienfunctie werd ondergebracht in de oude witte sluiswachterswoningen, die zo van de sloophamer konden worden gered. Daarmee werd het huidige bediengebouw uit de jaren 90 inclusief loopbrug overbodig. Deze wordt momenteel gesloopt.

Ten opzichte van de historische sluis is de nieuwe kolk ondergeschikt. Sluis en gebouwde elementen zijn in het maaiveld (7.80 +NAP) verzonken, terwijl de oude sluis met zijn witte heftorens imposante en beeldbepalende elementen blijven. Vanaf het sluispad aan de oostzijde mag sluiskolk 3 zich echter als een eigentijdse robuuste ingreep tonen. De door groene taluds omgeven deurkassen vormen de architectonische expressie van de werking van de nieuwe sluis. Vanaf twee uitkijkpunten bij het binnenhoofd en het buitenhoofd is er uitzicht op de omgeving, de voorhaven en de nieuwe kolk. De nieuwe kolk contrasteert door het gebruik van antraciet beton voor de kolkwanden en de sluishoofden met de historische witte elementen van het bestaande sluiscomplex.

’Objet Trouvé’

Onderdeel van de opgave was om de objecten van de NHW te verplaatsen. Deze zijn door reusachtige kranen opgetild en als ‘objet trouvé’ op nieuwe funderingen teruggeplaatst in de vrije ruimte tussen dijk en bedrijventerrein.

De objecten zijn gedraaid en gekanteld en tonen zich met hun mooiste kant naar de passant. Met de realisatie van een brede waterberging op deze plek wordt tevens de herinnering aan het inundatiegebied levendig gehouden. De verplaatsing van de objecten is loodrecht op de oude liniedijk, waarbij de onderlinge afstand tussen de objecten hetzelfde blijft als in de huidige situatie. Op die manier blijft dit deel van de NHW toch herkenbaar en behoudt zijn relatie met de rest van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.