Strategie + Ruimte

Strategische Visie Krimpenerwaard

De Krimpenerwaard staat voor een flink aantal uitdagingen op het gebied van waterveiligheid, bodemdaling, economie en werk, landbouw, natuur, mobiliteit, wonen en voorzieningen, en energietransitie. Onder leiding van Riek Bakker heeft een burgerinitiatief een Strategische Visie opgesteld om deze thema’s integraal te bekijken. H+N+S en Maxwan ondersteunden het proces en stelden het rapport op.

Aanpak

Voor het opstellen van de Strategische Visie werden vele ateliers en spreekuren georganiseerd, met vertegenwoordigers uit verschillende sectoren: inwoners, boeren, ondernemers en bestuurders. De overheden waren vertegenwoordigd in een Stuurgroep en een Waardcommissie reflecteerde tijdens het proces op de ontwikkeling en stuurde bij waar nodig.

Vergezichten

Om een concrete blik voor de toekomst op te stellen is gewerkt met drie ‘vergezichten’ om de blik te verruimen en breed kansen te formuleren.

Het is toch goed zo?’ beschrijft hoe de Krimpenerwaard er over dertig jaar uit zal zien op basis van bestaand beleid. Dit vergezicht gaat uit van het behoud van bestaande kwaliteiten en het geloof deze in de toekomst vast te kunnen houden. Om dit doel te bereiken zijn geen radicale veranderingen nodig en wordt vastgehouden aan de uitvoering van gemaakte afspraken.

Het tweede vergezicht ‘De schouders er onder’ laat zien hoe de Krimpenerwaard zich kan ontwikkelen wanneer het sterk inzet op ontwikkeling van de eigen economie en op een actieve aanpak voor waterveiligheid, bodemdaling en klimaat. Er zijn grote kansen om het gebied verder te ontwikkelen en die dienen aangegrepen te worden.

In ‘Een brede blik’ wordt de Krimpenerwaard gezien als actief onderdeel van de regio. De Krimpenerwaard ligt op een strategische plek in de Randstad. Deze gunstige ligging biedt kansen voor ontwikkeling waar nog te weinig gebruik van wordt gemaakt. Door unieke kwaliteiten aan de regio aan te bieden, krijgt de Krimpenerwaard het recht om gunsten terug te vragen.

Aanleiding

Water + bodem

De Krimpenerwaard wordt omgeven door de rivieren de Lek en de Hollandse IJssel. Zowel de locatie van het gebied als klimaatverandering maken de Krimpenerwaard kwetsbaar voor overstromingen. De Lekdijk is daarom in de afgelopen jaren versterkt naar 1/10.000 niveau, de IJsseldijk staat het zelfde te wachten in de komende jaren. Ondanks dat de dijken daarmee op orde komen, blijft er een (kleine) kans op overstromingen en een noodzaak voor evacuatie. Een evacutatiestrategie voor de Krimpenerwaard is voor een goede lange-termijn visie onontbeerlijk. De aankomende versterking van de IJsseldijk maakt het misschien mogelijk zaken te combineren waar deze integrale visie ideeën voor aandraagt.

Doorsnede huidige situatie

De bodem van de Krimpenerwaard zakt op dit moment met een snelheid van 1 a 2 centimeter per jaar, wat grote financiële gevolgen heeft in de komende decennia. Deze kosten komen voornamelijk voort uit mogelijk instorting van gebouwen en infrastructuur. Daarnaast vormt de bodemdaling ook een serieus aandeel van de nationale CO2-uitstoot.

Landbouw + natuur

De Krimpenerwaard bestaat voornamelijk uit monoculturele landbouw, gericht op grootschalige melkproductie. Grote schommelingen in melkprijzen resulteren in een onzekere toekomst voor de agrarische sector, waarin schaalvergroting het enige antwoord lijkt terwijl de fysieke omstandigheden in de Krimpenerwaard hier grenzen aan stellen. Er wordt op kleine schaal geëxperimenteerd met alternatieven zoals agro-toerisme, extensieve en biologische landbouw en de ontwikkeling van streekproducten.

De grootschalige, intensieve landbouw heeft nadelige gevolgen voor de biodiversiteit en weidevogelpopulatie. Er wordt daarom door de provincie nieuwe natuur ontwikkeld en in samenwerking met lokale boeren wordt gewerkt aan het vergroten van de biodiversiteit.

Oplossingsrichtingen worden gevonden in experimenten met vernatting, waarvoor extensivering nodig is, en onderwaterdrainage, wat de huidige intensiteit van melkveehouderij in stand kan houden maar kostbaar is.

Economie en werk, Mobiliteit + Wonen en voorzieningen

Hoewel de landbouw verreweg de meeste ruimte gebruikt, vormt het slechts een klein deel van de werkgelegenheid. Grotere sectoren, zoals de maakindustrie en transportsector moeten concurreren met bedrijven op strategische posities in de Westelijke Randstad of op kortere afstand van de grote logistieke corridors.

De infrastructuur van de Krimpenerwaard is grotendeels gelijk gebleven in de afgelopen zestig jaar. Ondanks een solide structuur leidt de beperkte hoeveelheid verbindingen met de regio tot enkele serieuze knelpunten. Ook op het gebied van openbaar vervoer en recreatie blijft de Krimpenerwaard achter.

De bevolking van de Krimpenerwaard zal de komende jaren flink vergrijzen, ontgroenen en op termijn langzaam krimpen. Het gebied is daarom door het Rijk aangewezen als anticipeerregio. De woningvoorraad en het voorzieningenniveau zullen, wanneer er niet wordt ingegrepen, steeds minder goed aansluiten bij de demografische opbouw.

Energietransitie

Nederland heeft zich gecommitteerd aan de klimaatdoelen van Parijs, maar de aanpak in de Krimpenerwaard staat nog in de kinderschoenen. Zowel het provinciaal als gemeentelijk beleid resulteert niet in serieuze maatregelen om de energieconsumptie en –productie te verduurzamen.

Het Sankey-diagram hieronder laat de energiebehoefte per sector in 2015 en in 2050 zien, inclusief de verwachte besparing, en wat de bijbehorende mix van energiebronnen in de huidige situatie en in 2050 wordt. Dit is gebaseerd op het RLI-95% scenario dat een CO2 besparing van 95% t.o.v. 1990 beoogt.

De energietransitie in 3 stappen: beperk het energieverbruik, maak maximaal gebruik van hernieuwbare energie en tot slot: maak zo efficiënt mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen.

Per sector verschilt het potentieel voor besparing. In verkeer en vervoer en in de gebouwde omgeving kan procentueel én absoluut het meeste bespaard worden.

In de Krimpenerwaard kan tot 2050, in lijn met algemene scenario’s voor de energietransitie, 43% bespaard worden door o.a. isolatie van gebouwen en elektrificatie van voertuigen. Van de resterende energiebehoefte kan 90% duurzaam opgewekt worden door een mix van o.a. zon, wind, biomassa, geothermie en omgevingswarmte.

Resultaat

Oplossingen + kansen

De genoemde opgaven in de thema’s kunnen enkel voldoende en kansrijk worden geadresseerd als ze op elkaar worden betrokken. Hier ligt misschien wel de grootste kracht van de Strategische Visie: niet alleen het signaleren van de opgaven, maar het samenbrengen van oplossingsrichtingen en kansen. Zo kan de waterveiligheidsopgave een stimulans zijn om de infrastructuur te verbeteren, en kan de energietransitie een motor voor de veranderingen in het landelijk gebied worden die de bodemdaling moeten tegengaan. Hiervoor zijn ‘koppelkansen’ opgesteld.

Onderwaterdrainage

Voor de toepassing van onderwaterdrainage is veel waterberging nodig. Dit creëert nieuwe kansen voor wonen, recreatie en natuur.

Vernatting

Vernatting betekent op termijn een noodzakelijke verandering in landgebruik. Dit hoeft geen verslechtering te zijn: noodzaak is om nieuwe verdienmodellen te creëren uit natte landbouw, recreatie, extensieve veeteelt met een streekmerk, recreatie en toerisme en energieteelt.

Vluchtroutes

Door belangen voor waterveiligheid (evacuatie) en mobiliteit (beter ontsluiting bestaande én nieuwe woonwijken) aan elkaar te koppelen, ontstaan er mogelijk meer kansen om een nieuwe oeververbinding te realiseren, bijvoorbeeld naar de Ridderster of naar de A20.

Herstructurering

Door de lokale bouwsector tijdig voor te laten bereiden op de opgaven van de komende decennia kan lokaal werkgelegenheid worden gecreëerd en kan de maakindustrie in de Krimpenerwaard worden vernieuwd en versterkt. Kennisontwikkeling en opleidingen zijn hiervoor nodig. De opgaven hebben betrekking op het herstellen van funderingen vanwege bodemdaling, het isoleren van woningen en het aanleggen van duurzame energiebronnen.

Woningbouw

Door selectief woningbouw toe te voegen in de Krimpenerwaard die inspeelt op de landschappelijke kwaliteiten, kunnen bijzondere woonmilieus ontstaan. Deze kunnen de jongere doelgroepen in de Krimpenerwaard houden of aantrekken om zo de demografie en voorzieningen op peil te houden. De inkomsten uit de woningbouw kunnen gebruikt worden voor verbeteringen in de infrastructuur en in het landschap.

Energietransitie en gebiedscoöperatie

Een gebiedscoöperatie geeft boeren inkomen uit de opwekking van duurzame energie: wind, zon, biomassa, mestvergisting. De opbrengsten hiervan maken het mogelijk om de landbouw te extensiveren en meer aan te sluiten van de draagkracht van de bodem en het natuurlijk systeem: het tegengaan van bodemdaling.

Participatie + vervolg

Bewoners, ondernemers en boeren hebben input geleverd, wat een rijkdom aan ideeën heeft opgeleverd, en precisie in de opgaven die spelen. De Waardcommissie raadt aan om de ‘gebiedscoalitie’ die gevormd is in het proces intact te houden. Daarbij stelt ze een ‘tussenfase’ voor om de prioriteiten en termijnen waarop zaken gerealiseerd moeten worden, in beeld te brengen. Ook dient in deze tussenfase een ontwerp- en uitvoeringsmodaliteit opgericht worden in de vorm van een gebiedscoöperatie. Zo wordt de rijkdom aan ideeën voor oplossingen en kansen in een vervolgproces ingevuld en verder gebracht.

INHOUDELIJKE BIJDRAGE

Voormalig medewerker Arjen Meeuwsen