Schoon + Fossiel

Energieperspectief Zuid-Holland, Dutch Energy Solution

De provincie Zuid-Holland heeft als ambitie om in 2020 20% minder CO2 uit te stoten ten opzichte van het referentiejaar 1990. Kan er ondanks het blijvend gebruik van olie, gas en kolen toch minder CO2 uitgestoten worden?

Aanleiding

Om het thema Ruimte & Energie goed te kunnen opnemen in de provinciale structuurvisie stelde de provincie Zuid-Holland een onderzoeksagenda op waarbij opties voor hernieuwbare energie zijn onderzocht. Eén van de onderzoeksvragen was hoe er met het blijvend gebruik van fossiele bronnen toch minder CO 2 uitgestoten kan worden. H+N+S heeft met .Fabric het perspectief ‘schoon fossiel’ onderzocht.

De fossiele motor van de Nederlandse economie als katalysator voor de energietransitie naar hernieuwbare bronnen

In de transitie van fossiele naar hernieuwbare energie moet er goed nagedacht worden over het te volgen pad. Welke stappen moeten wanneer genomen worden om uiteindelijk een schone en duurzame energievoorziening gerealiseerd te hebben? Voorlopig blijven de gas- en kolencentrales nog in gebruik. Bovendien zal de haven van Rotterdam nog een groot aandeel fossiel-gebaseerde industrieën huisvesten, wil ze op de wereldmarkt concurrerend blijven. In deze studie is onderzocht hoe de fossiele motor van de Nederlandse economie een katalysator kan zijn voor de energietransitie naar hernieuwbare bronnen.

Energieperspectief 'Schoon Fossiel' 2050

Resultaat

Het verminderen van de CO 2 -uitstoot heeft in dit onderzoek de focus. Wij onderzochten de volgende vijf oplossingen: olivijn, veen, CO 2 -netwerk, besparing in de Mainport, en CO 2 -tax.

1. Olivijn

Dit is een veelvoorkomend mineraal, dat net als veen in staat is CO 2 te binden. Langs zwakke schakels aan de kust kan dit mineraal in plaats van zand gesuppleerd worden. Zuid-Holland krijgt daardoor letterlijk het groenste strand van Europa!

2. Veen

Als gevolg van ontwateren van veengebieden, oxideert het veen. Het organisch materiaal begint te rotten, waardoor uiteindelijk de bodem daalt en het veen verdwijnt. Door het waterpeil op te zetten, kan dit proces vertraagd of zelfs stopgezet worden. Bij veengroei wordt CO 2 zelfs uit de atmosfeer gehaald en vastgelegd in de bodem - al dan niet in combinatie met biomassateelt. Deze transformatie hangt samen met een transitie naar energie- en recreatielandschap.

3. CO2-netwerk

Vanuit de industrieën in de haven worden broeikasgassen afgevangen en vervoerd naar lege gas-/olievelden voor opslag of voor hergebruik naar glastuinbouwgebieden. Dit heeft een enorme reductie van CO 2 -uitstoot tot gevolg.

4. Besparing in de Mainport

Bedrijven in het Maasvlaktegebied lozen jaarlijks in totaal zo’n 5000 Megawatt (circa 157 PJ) warmte in het water. Dat is meer dan twee keer zoveel energie als we jaarlijks opwekken met alle windmolens in Nederland! De restwarmte die vrijkomt in de energieproductie en petrochemie kan gebruikt worden om nieuwe bioraffinage-industrie te starten, wat veelal op lagere temperaturen werkt dan fossiele raffinage. Behalve de directe koppeling met industrie in de haven, kan de restwarmte ook ingezet worden in een gecascadeerd systeem van elektriciteitscentrales, industrie, tuinbouw en stadsverwarming.

5. CO2-tax

Al deze maatregelen gaan pas echt van start als we iets doen aan de stimulans: een CO 2 -tax op eindproducten. Consumenten zullen daardoor eerder voor CO 2 -arme producten kiezen. Dat stimuleert fabrikanten op hun beurt om te investeren in schonere productie.

INHOUDELIJKE BIJDRAGE

Voormalig medewerker Joppe Veul