Energie + Ondergrond

Verkenning ondergrondse ruimte voor energie

Niet alleen boven, maar ook onder de grond zal het energielandschap de komende decennia drastisch veranderen. Terwijl het aardgas op raakt dienen nieuwe energiebronnen zoals geothermie zich aan. Is de ruimte onder de grond hiervoor wel toereikend? Om de beschikbare ruimte ook in de toekomst optimaal te kunnen gebruiken moeten nu ruimtelijke keuzes gemaakt worden.

Aanleiding

De transitie van fossiele naar hernieuwbare energiebronnen wordt weleens opgevat als een verschuiving van een ondergronds naar een bovengronds energielandschap. Voor Nederland gaat deze opvatting maar ten dele op. De ondergrond zal de komende decennia niet minder, maar vooral ánders worden ingezet voor de energiehuishouding.

IN PLAATS VAN AARDGAS

Onze aardgasvelden raken de komende decennia weliswaar steeds verder uitgeput, maar daarmee ontstaat onder de grond juist ruimte voor andere energetische toepassingen. En dit zijn toepassingen die we tegen de achtergrond van de internationale afspraken over de klimaatdoelstellingen (80% emissie-reductie van broeikasgassen in 2050) op grote schaal kunnen inzetten voor de winning van (hernieuwbare) energie en de ondergrondse buffering en opslag van energiegerelateerde stoffen.

Ook onder de grond is ruimtelijke sturing op energie nodig

Het Nederlandse energielandschap bevindt zich nu, maar ook in de toekomst voor een groot deel onder het maaiveld. Ook onder de grond dingen uiteenlopende functies mee naar de beste plekken. Daarom is ook hier sturing nodig op de ruimtelijke ontwikkeling met betrekking tot energie.

Aanpak

SCENARIOSTUDIE

In deze verkenning is de vraag gesteld of de ondergrond überhaupt voldoende ruimte biedt aan de veranderende vraag naar en het aanbod van energie. Daartoe zijn middels een scenariostudie de tot het jaar 2050 te verwachten ontwikkelingen in de vraag naar aardgas, aardolie, geothermie, gasbuffering, energieopslag en CO2 opslag in beeld gebracht.

ondergrond in kaart

Daarnaast heeft is middels een uitgebreide GIS-analyse de ondergrondse ruimte voor energie in kaart gebracht. Hierbij is onderzocht waar welke energetische toepassingen mogelijk zijn en waar eventueel synergie, of juist concurrentie, tussen functie kan ontstaan.

Resultaat

Voor de meeste energetische toepassingen lijkt er voldoende ondergrondse ruimte te zijn, of is deze op tijd vrij te maken. Voor de winning van geothermie en de opslag van CO2 echter kunnen naar verwachting op termijn de grenzen van de ondergrondse capaciteit bereikt worden. Om deze energievormen de komende decennia optimaal te kunnen benutten is, op nationale schaal, ruimtelijke sturing nodig.

GEOTHERMIE

Voor geothermie liggen vraag en aanbod vaak ver uit elkaar en voor warmte is er (in tegenstelling tot elektriciteit en gas) geen grootschalig transportnetwerk beschikbaar. Bovendien neemt door afkoeling de productiviteit van geothermiebronnen (doublets) na een aantal decennia af, waarna deze slechts langzaam regenereren. Dit vraagt dus naast ruimtelijke sturing ook om sturing in de tijd.

CO2 OPSLAG

De opslag van CO2 is alleen mogelijk als aardgasvelden volledig uitgeproduceerd zijn. Om ruimte te bieden voor deze energetische toepassing zal er dus voor gekozen moeten worden om grote gasvelden die vanuit CO2 emissiepunten en het aardgasnetwerk strategisch gelegen zijn vóór 2030 volledig leeg te maken, waarmee deze geschikt worden voor CO2 opslag. Omdat CO2 opslag maatschappeljjk gevoelig ligt verdienen opslaglocaties onder zee en onder relatief dunbevolkte gebieden de voorkeur.

RUIMTELIJKE STURING

Het afstemmen van vraag en aanbod voor de andere (qua landelijke vraag en aanbod minder kritische) energievormen vraagt eveneens ruimtelijke sturing, met name in de bodem (tot ca. 10 meter diepte) en op een lokaal (gemeentelijk) schaalniveau.
Voor de winning van onconventionele geothermie en schaliegas, en voor de buffering van perslucht en waterstof, is de toekomstige ontwikkeling momenteel erg onzeker. Vooralsnog lijkt het er in ieder geval op dat de beschikbare ondergrondse ruimte voor deze energievormen ook op langere termijn voldoet.

INHOUDELIJKE BIJDRAGE

Voormalig medewerker Joppe Veul