klimaat + waterveiligheid

HoWaBo: Hoogwateraanpak 's-Hertogenbosch

Rond ‘s-Hertogenbosch komt het water uit de stroomgebieden van de Dommel en de Aa samen, voordat het afgevoerd wordt op de Maas. Bij de spuisluis Crèvecoeur en de Bovenlandse sluis wordt het water op de Maas geloosd. Onder normale omstandigheden kan dit zonder problemen verlopen, ook bij hevige neerslag. Maar de klimaatverandering leidt tot veranderingen in het Maasstroomgebied en in de afvoerdynamiek van de Maas, Dommel en Aa. De kans dat een grote afvoer vanuit beken samenvalt met een langdurige hoge waterstand op de Maas is toegenomen. Overtollig water kan dan niet naar de Maas stromen, met mogelijke overstromingen ten gevolge. De waterschappen, gemeenten, provincie en Rijkswaterstaat slaan daarom de handen ineen en werken samen aan de Hoogwateraanpak ’s-Hertogenbosch (HoWaBo 1) en de daaropvolgende Hoogwateraanpak Brabant Oost (HoWaBo 2).

Aanleiding

HoWaBo 1

In 1995 kan het watersysteem de grote hoeveelheid neerslagwater uit het stroomgebied niet voldoende verwerken, met overstromingen rond ’s-Hertogenbosch ten gevolge. Het iconische beeld van de ondergelopen snelweg A2 staat symbool voor de noodzaak van een structurele aanpak van het hoogwater. De overstromingen vormen aanleiding voor Waterschap Aa en Maas en Waterschap de Dommel om samen met gebiedspartners aan de Hoogwateraanpak ’s-Hertogenbosch (HoWaBo 1) te werken.

Afwatering via het Bovenlandse Kanaal. Als de neerslag samenvalt met hoog water in de Maas kan het kanaal de afwatering niet aan en ontstaat er wateroverlast rondom ’s-Hertogenbosch.

HoWaBo 2

Maar het klimaat verandert, waardoor wij ons steeds moeten blijven aanpassen. In 2019-2020 doen Waterschappen Aa en Maas en de Dommel een verkenning naar de impact van de klimaatverandering op de waterstanden rond ’s-Hertogenbosch. Onder normale omstandigheden kan het watersysteem rond ’s-Hertogenbosch de toegenomen hoeveelheid regenwater uit het regionale systeem zonder problemen verwerken. Uit berekeningen blijkt echter dat de Maaswaterstanden al zo’n 25 tot 35 centimeter hoger zijn dan voorheen. De kans dat een grote afvoer vanuit de beken samenvalt met een langdurig hoge waterstand op de Maas is toegenomen. Overtollig water kan dan niet naar de Maas stromen. Daar worden in de Hoogwateraanpak Brabant Oost (HoWaBo 2) oplossingen voor gezocht.

Het regionale watersysteem van 's-Hertogenbosch en omgeving

De opgave

Met eerdere maatregelen uit HoWaBo 1 is er al ruimte gecreëerd om 14 miljoen kuub water op te vangen. Uit de recente hoogwatertoets is echter gebleken dat er in de periode tot 2030 ongeveer 50 miljoen kuub water opgevangen moet worden om overstromingen te voorkomen. Dat betekent dat er nog oplossingen moeten worden gevonden voor de resterende 36 miljoen kuub water. Bovendien wordt verwacht dat tot 2050 nog eens 14 miljoen kuub wateropvang nodig is, met mogelijk 15 miljoen kuub extra tot 2100. Ook deze hoeveelheden kunnen in de toekomst nog groter worden onder invloed van de klimaatverandering.

Grafiek hoogwateropgave voor 's-Hertogenbosch en omgeving

Resultaat

Bouwstenenboek

Als voorbereiding op een grotere opgave in de regio 's-Hertogenbosch is er in de breedte gezocht naar oplossingen. H+N+S Landschapsarchitecten heeft in samenwerking met Open Kaart eind 2021 dat proces begeleid. Dit leidde tot een maatregelenlijst van ongeveer 50 ‘bouwstenen’, samengevat in een Bouwstenenboek. In een serie van vier werkateliers en een interviewronde zijn alle ideeën (oftewel bouwstenen) waarvan verwacht wordt dat zij enige bijdrage aan de regionale wateropgave leveren in beeld gebracht. Het Bouwstenenboek biedt een rijke verzameling van mogelijke maatregelen die de betrokken partners overzicht biedt, maar wat ook nieuwe vragen oproept die in een vervolgproces beantwoord moeten worden.

Procesbeeld verkenning van bouwstenen

Werkboek

In 2022 zijn de 50 bouwstenen nader onderzocht door inhoudelijk experts om onder andere de kosten en effectiviteit (bijdrage aan de opgave) van de bouwstenen te bepalen. Die verdieping heeft geresulteerd in 11 oplossingsrichtingen en een overkoepelende adaptieve strategie die door H+N+S Landschapsarchitecten zijn samengebracht in een Werkboek.

De adaptieve strategie en elf oplossingsrichtingen

Met de adaptieve strategie wordt gewerkt aan een robuuste oplossing, waarbij niet alleen naar de huidige opgave wordt gekeken, maar ook naar de toekomstige. Het bestaat uit vier componenten:

  1. (Bovenstrooms) Vasthouden
    Om afstroming te voorkomen moet het watersysteem bovenstrooms van ’s-Hertogenbosch anders ingericht worden. Deze oplossingsrichtingen zijn erop gericht om water zo veel mogelijk in het gebied vast te houden op de plekken waar het valt en daarna zoveel mogelijk te laten infiltreren.
  2. Hoger Peil
    Door het 'te accepteren' peil (tijdelijk in calamiteitensituaties) te verhogen kan plaatselijk, met name in natuurlijke laagtes, een extra waterschijf worden geborgen: 'verticale berging'. Het gebied moet hiervoor geschikt gemaakt worden. Een hoger peil heeft invloed op alle water gerelateerde infrastructuur: keringen- en kadehoogtes, stuwen en afsluiters, beekdalen, dorpen bovenstrooms langs de Dommel en Aa en de stad Den Bosch. Naast berging heeft een hoger peil als effect dat er langer meer afgevoerd kan worden via het Drongelens Kanaal.
  3. Bergen
    Een gestuurde berging is een waterbergingsgebied dat in extreme situaties doelbewust onder water wordt gezet. Het gebied is ervoor ingericht en wordt actief onder water gezet, bijvoorbeeld via een inlaat in een kade. Zo kan wateroverlast benedenstrooms worden voorkomen.
  4. Afvoeren
    Door de afvoercapaciteit van waterwegen te vergroten en/of gemalen te plaatsen kan in tijden van extreme afvoer het water beter worden afgevoerd naar de Maas.
Links: grafiek hoogwateropgave met potentieel bergend vermogen per oplossingsrichting | Rechts: realisatietermijn oplossingsrichtingen

De elf oplossingsrichtingen zijn in de strategieën ondergebracht. In het werkboek worden alle elf oplossingsrichtingen met mogelijke maatregelen en/of locaties beschreven. De uitwerking geeft inzicht in de maakbaarheid, haalbaarheid en betaalbaarheid van de oplossingen. Gezien de zeer grote opgave die er ligt is het aannemelijk dat een selectie van oplossingsrichtingen onvoldoende zal zijn om de opgave voor nu en in de toekomst in te vullen. De verwachting is dat een mix van oplossingen uit alle componenten van de strategie nodig zijn om tot een robuuste invulling te komen van de opgave.

Vervolg

Samenwerken

Alle mogelijke oplossingen worden in een volgende fase nader verdiept op haalbaarheid, betaalbaarheid en maakbaarheid. Dit gebeurt in samenwerking met inwoners, maatschappelijke organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden, zodat hun input de oplossingsrichtingen verder kan verrijken. Beslissingen over de te nemen maatregelen zullen pas worden genomen na overleg met betrokkenen. Wie een besluit neemt is afhankelijk van de maatregel. Dat kan een gemeente, de provincie Noord-Brabant, Rijkswaterstaat, waterschap Aa en Maas, waterschap de Dommel, of een combinatie van deze partijen zijn. Deze fase zal ons leren of de hoogwaterproblematiek kan worden opgelost met de voorgestelde maatregelen en wat de grenzen van maakbaarheid zijn. Het is een gezamenlijke inspanning met partners en de gemeenschap, waarbij het programma HoWaBo en de Stuurgroep de samenhang tussen de oplossingsrichtingen en het halen van de overkoepelende doelstelling bewaken. Het project is een cruciale stap richting een veerkrachtige aanpak van hoogwater in ’s-Hertogenbosch.

Tijd

Tijd is tot slot een belangrijk aspect, omdat de uitwerking en realisatie van bepaalde oplossingen veel tijd vraagt. Het is daarom essentieel om op korte termijn met alle oplossingsrichtingen te starten. Naast het nemen van maatregelen waarvan de implementatie tijd kost of pas op lange termijn effect hebben, zullen er ook maatregelen genomen worden die sneller beschikbaar of mogelijk wat technischer van aard zijn, zoals de realisatie van een gemaal of het tijdelijk parkeren van water in een berging. Alleen dan is het haalbaar om de noodzakelijke opgave zo snel mogelijk gerealiseerd en effectief te hebben en tegelijk te bouwen aan de toekomstige opgave.